De naamvallen op herhaling

1e onderwerp
2e bezitsvorm
3e meewerkend voorwerp
4e lijdend voorwerp

1e

  • Na: sein, bleiben, werden;
  • Onderwerp.

2e

  • Bezitsvorm: in het Nederlands moet je de zin met van kunnen vertalen.

3e

  • Meewerkend voorwerp;
  • Voorzetsels: mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, ausser, entgegen en gegenuber;
  • Tijdstip met een voorzetsel: Ich komme in einer Stunde (v)

4e

  • Lijdend voorwerp;
  • Voorzetsels: durch, fur, ohne, um, entlang, gegen, bis, en wieder.
  • Tijdstip zonder voorzetsel: Was macht ihr den ganzen Tag (m)?
M V O MV
1. Der die das die
2. Des-(e)s der des-(e)s der
3. dem der dem den-n
4. den das die
M V O MV
1. ein eine ein keine
2. eines-(e)s einer eines-(e)s keiner
3. einem einer einem keinen-n
4. einen eine ein keine
Bij de der-groep horen: Bij de ein-groep:
dies- = deze, dit. mein- = mijn
Jen- = die, dat. dein- = jouw
Jed- = ieder. sein- = zijn
Solch- = zulke ihr- =haar
Manch- = sommige unser- = onze
Welch- = welke euer- = jullie
All- = alle Ihr-= U, uw
kein-= geen

De –e bij de 2e komt er alleen te staan als een woord eindigt op een s- klank.

Share

7 reacties op “De naamvallen op herhaling”

  1. KRL Zegt:

    Mijn is helemaal niet dein!

  2. Merino Zegt:

    Ctrl+c Ctrl+v zonder check.

  3. KRL Zegt:

    Altijd alles controleren!

  4. doro Zegt:

    en het is entgegen of gegen niet engegen. (nu durf ik ook.)

  5. Merino Zegt:

    En hoort ‘aus’ er ook niet bij?

  6. KRL Zegt:

    Die staat er toch? Of heb je die net toegevoegd?

  7. Merino Zegt:

    Oh ja, maar op een ander plek dan waar ik ‘m in m’n hoofd heb zitten.

Reageer

XHTML: Je kunt de volgende tags gebruiken: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong> of .