Poëzie

emile

“Hai, ik ben Emile, uw gastheer op deze pagina.
Ik zal u regelmatig verblijden met hartverscheurende gedichten, rete-coole rijm en patserige poëzie.”

 

De Blauwbilgorgel

Ik ben de Blauwbilgorgel,

Mijn vader was een porgel,
Mijn moeder was een porulan,
Daar komen vreemde kind’ren van.
Raban! Raban! Raban!

Ik ben de Blauwbilgorgel,

Ik lust alleen maar korgel,
Behalve als de nachtuil krijst,
Dan eet ik riep en rimmelrijst.
Rabijst! Rabijst! Rabijst!

Ik ben de Blauwbilgorgel,

Als ik niet wok of worgel,
Dan lig ik languit in de zon
En knoester met mijn knezidon.
Rabon! Rabon! Rabon!

Ik ben de Blauwbilgorgel,

Eens sterf ik aan de schorgel,
En schrompel als een kriks ineen
En wordt een blauwe kiezelsteen.
Ga heen! Ga heen! Ga heen!

Cees Buddingh’

 

De bedelaar

Die afgeleefde man, die bijkans nakend zit,
En trillend van de koud, mij om een duitje bidt,
Is even goed als ik. Gods wijsheid gaf alleen
Mij wat meer geld dan hem. Ben ik dan beter? … Neen.
Een vroom en eerlijk mensch draagt dikwijls slegte kleeren.

Ik wil dan ook de deugd in arme menschen eeren.
Die met veragting op hen ziet,
Doet naar ’t bevel van Jesus niet.

Hieronymus van Alphen (1746-1803)

 

Het varken dat niet wou gaan
of ’t moest gedragen worden

Daar was er ’s een mannetje,
dat veegde zijn stalletje.
Wat vond hij er in?
Een gouden, gouden stuivertje,
Wat kocht hij ervoor?
Een vet, vet varken.
Maar ’t varken wou niet gaan
of ’t moest gedragen worden.

Toen ging hij naar de hond:
-Hond, wil jij varken bijten?
Varken wil niet gaan
of ’t moet gedragen worden.

-Neen, zei de hond.

Toen ging hij naar de stok:
-Stok wil jij hond slaan?
Hond wil varken niet bijten
varken wil niet gaan
of ’t moet gedragen worden.

-Neen, zei de stok.

Toen ging hij naar het vuur:
-Vuur, wil jij stok branden?
Stok wil hond niet slaan,
hond wil varken niet bijten,
varken wil niet gaan
of ’t moet gedragen worden.

-Neen, zei het vuur.

Toen ging hij naar het water:
-Water wil jij vuur blussen?
Vuur wil stok niet branden,
stok wil hond niet slaan,
hond wil varken niet bijten,
varken wil niet gaan
of ’t moet gedragen worden.

-Neen, zei het water.

Toen gij hij naar de os:
-Os, wil jij water slobberen?
Water wil vuur niet blussen
vuur wil stok niet branden,
stok wil hond niet slaan,
hond wil varken niet bijten,
varken wil niet gaan
of ’t moet gedragen worden.

-Neen, zei de os.

Toen ging hij naar de man:
-Man, wil jij os dollen?
Os wil water niet slobberen,
water wil vuur niet blussen
vuur wil stok niet branden,
stok wil hond niet slaan,
hond wil varken niet bijten,
varken wil niet gaan
of ’t moet gedragen worden.

-Neen, zei de man.

Toen ging hij naar de galg:
-Galg, wil jij man hangen?
Man wil os niet dollen,
os wil water niet slobberen,
water wil vuur niet blussen
vuur wil stok niet branden,
stok wil hond niet slaan,
hond wil varken niet bijten,
varken wil niet gaan
of ’t moet gedragen worden.

-Ja, zei de galg.

En de galg hing de man,
Ee de man dolde de os,
en de os slobberde het water,
en het water blustte het vuur,
en het vuur brandde de stok,
en de stok sloeg de hond,
en de hond beet het varken,
en het varken vertrok
en liep recht naar zijn hok.

 

De tuinman en de Dood

Een Perzisch Edelman:

Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: “Heer, Heer, één ogenblik!

Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.

Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.

Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Ispahaan!”

Vanmiddag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in ’t cederpark de Dood ontmoet.

“Waarom,” zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
“Hebt gij vanmorgen vroeg mijn knecht gedreigd?”

Glimlachend antwoordt hij: “Geen dreiging was ’t,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,

Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan,
Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan.”

P.N. van Eyck

 

Côte d’Azur

Brigitte, Verona, Eva, Kim, Marieke
Aurora, Mäde, Tina, Claire, Yvon
Yolanda, Nina, Daisy, Sue, Manon
Martine, Lilly, Nancy, Annemieke

Justine, Maria, Ankie, Lindsay, Lieke
Adèle, Judith, Vera, Ann, Marjon
Yvette, Denise

Het volgend jaar een busreis naar Lloret
Wellicht haal ik daar wél een heel sonnet

Uit: De tweede ronde zomernummer 2002

 

Genoom

Konijnen vreten uit
Varkens ook

Laat die ganzen maar graaien
Het zal ze nog bezuren.

Ogenschijnlijkheden bedelven mijn zicht
Alsof ik het ooit heb gezien…

zak er maar in

Andre Tampeloer

 

Oote

Oote oote oote
Boe
Oote oote
Oote oote oote boe
Oe oe
Oe oe oote oote oote
A
A a a
Oote aaa
Oote oe oe
Oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe
Oe oe oe oe oe oe oe
Oe oe oe etc.
Oote oote oote
Eh eh euh
Euh euh etc.
Oote oote oote boe
etc.
etc. etc.
Hoe boe hoe boe
Hoe boe hoe boe
B boe
Boe oe oe
Oe oe (etc.)
Oe oe oe oe
etc.
Eh eh euh euh euh
Oo-eh oo-eh o-eh eh eh eh
Ah ach ah ach ach ah a a
Oh ohh ohh hh hhh (etc.)
Hhd d d
Hdd
D d d d da
D dda d dda da
D da d da d da d da d da da
da
Da da demband
Demband demband dembrand dembrandt
Dembrandt Dembrandt Dembrandt
Doe d doe d doe dda doe
Da do do do da do do do
Do do da do deu d
Do do do deu deu doe deu deu
Deu deu deu da dd deu
Deu deu deu deu

Kneu kneu kneu kneu ote kneu eur
Kneu kneu ote kneu eur
Kneu ote ote ote ote ote
Ote ote oote
Ote ote
Boe
Oote oote oote boe
Oote oote boe oote oote oote boe

Uit Jan Hanlo: gedichten
(Van Oorschot 7e druk 1994)