Amsterdam ruikt steeds meer naar spruitjes

HANS VAN DER BEEK
LIEDEWIJ LOORBACH

AMSTERDAM – Ooit heette het patijnisering, maar tegenwoordig spreken we van waarden, normen en spruitjes. Of vertrutting, regelneverij, fatsoensrakkerij. De overheid zelf noemt het liever overlastbestrijding.

Onder welke noemer dan ook: een flesje rosé met een geliefde of een pilsje na het voetballen kan je in het Amsterdamse Oosterpark voortaan vergeten. Dat komt door een club notoire drinkers die dat park als hun openluchtkroeg beschouwt en dan gaat het al snel over verloedering, overlast of nog beter, een gevoel van onveiligheid.

En in plaats van die overlast aan te pakken, wordt een heel park drooggelegd. De een noemt dat overlastbeleid, de ander armoede.

Bongo spelen in het park, topless zonnen, barbecueën, muziekje erbij, een joint, het is allemaal verboden en er zijn ook verbodsborden van. De prettige rafelrand van Amsterdam wordt beetje bij beetje weggeslepen.

Incidenten worden aangegrepen om dat beleid steeds verder uit te breiden. Omdat af en toe een Engelsman in één weekend een wagonlading drank, softdrugs, coke en één paddo gebruikt en vervolgens uit het raam stapt, mag niemand meer paddo’s kopen.

Coffeeshops mogen niet binnen een straal van 250 meter van een middelbare school staan, wat ditmaal niet te maken heeft met overlast, maar met de bescherming van onze kinderen – die allemaal met de fiets op weg naar school een dozijn coffeeshops passeren.

In Oud-West willen de bestuurders sinds zomer vorig jaar af ‘van die cultuur van nonchalance waarbij je je fiets zomaar ergens neerkwakt’. Wie zijn fiets vastklinkt aan de Jan Pieter Heijebrug, loopt het risico de volgende dag de bus te moeten pakken naar het Westelijk Havengebied om hem te halen.

Overal in de stad staan borden die de fietser erop wijzen zijn fiets toch vooral in het daarvoor bestemde rek te zetten, want anders wordt het zo’n rommeltje. Overlast.

Er zijn ansichtkaarten gedrukt van halve fietsen, geketend aan een brug over een gracht. Dat was ooit een symbool van Amsterdam. Nu is het verloedering.

Roken in de kroeg kan niet meer, dus dat moet buiten. Maar voor een gevelasbak is een heuse vergunning nodig en vergunningen voor permanente terrasverwarmers zitten nog in de testfase. Een luifel mag, maar moet om acht uur omhoog. Daarna: overlast.

En sowieso niet staand drinken. Staand roken mag wel, voorlopig dan, maar zodra daar een pilsje bij komt, moet de roker op een terrasstoeltje zitten.

Als het terras al open is tenminste. Vorig jaar beleefden we dankzij het broeikaseffect een stralende maand maart, maar de meeste terrassen bleven dicht. Regels.

Waarom die terrassen niet gewoon het hele jaar open, zeker als we straks ook een mooie januari krijgen of een indian summer in november? Maar nee, datum is datum en bovendien moet dat terras ook precies binnen de lijntjes blijven. Daar voor zijn speciaal lijnen op de stoep gekalkt.

Leven binnen de lijntjes. Dat is Amsterdam vandaag de dag.

De drinker moet weg, de roker mag in de regen, de stapper moet op tijd naar bed. Want de gemeente bepaalt dat het door de week om een uur of twee toch wel weer mooi is geweest met al die drank.

Clubs krijgen maar moeizaam een vergunning om tot vijf uur open te blijven, ook in het weekend, en doorfeesten tot het licht wordt, is er al helemaal niet bij.

Overlast als alibi voor regelneverij.

Door te buigen voor klagers geeft de gemeente heel veel Amsterdammers reden tot klagen.

Copyright: Het Parool