Ik weet zelf nagenoeg niets van gaming, maar zelfs ik heb smakelijk moeten lachen om de parodie op de game Skyrim. De drakendoder Throthgar, in de game natuurlijk de ontegenzeggelijke held, wordt door de maker van deze video bespot door hem als een laffe en onhandige slungel door het spel te laten lopen. De uitstekende voice-over maakt de parodie helemaal af.
Deel 1 – Throthgar gaat op zoek naar een draak, maar slaat op de vlucht als een gillende keukenmeid als hij hem eindelijk vindt:
In 1984 werd door Steve McCurry, fotograaf van National Geographic, een foto geschoten van een Afghaans meisje (13) in het Nasir Bagh vluchtelingenkamp in Pakistan. In juni 1985 sierde haar portret de cover van National Geographic. Deze foto werd wereldberoemd.
Inmiddels is de naam van deze beroemde vrouw bekend: Sharbat Gula. Haar ouders waren om het leven gekomen na een aanval van de Sovjets op het Afghaanse bergdorpje waar zij woonden. Ze heeft acht jaar doorgebracht in het Pakistaanse vluchtelingenkamp, waarna ze is teruggekeerd naar haar geboortedorp.
Steve McCurry heeft verscheidene pogingen ondernomen om zijn wereldberoemde muze terug te vinden. Hierbij het relaas van zijn zoektocht in National Geographic:
Ik kwam op het idee voor deze post vanwege een interview met Hans Aarsman in Volkskrant Magazine. Hierin zegt hij:
Nog veel cynischer is het een camera te richten op een deel van de wereld met suggestie dat je informeert, maar dat je intussen alleen een esthetisch ideaal voor ogen hebt. [….] Zo’n foto waarvan iedereen denkt: oh, wat is dat een bijzondere foto. […] Dat is geen engagement, dat is kitsch, Je ziet duidelijk dat er heen en weer is geschoven met van alles. Hoe de kleding is geschikt, bijvoorbeeld. Het is glamourfotografie. Velen zien een sterke blik. Dat Afghaanse meisje zat in een vluchtelingenkamp in Pakistan! Kun je je een grotere hel voor een vrouw voorstellen? Dat is geen sterke blik, dat is posttraumatisch stresssyndroom.”
De nieuwe clip van Rihanna is aardig. Maar deze had er zoveel beter uit kunnen zien als men onderstaande toppers uit de gesubsidieerde kunst de vrije hand had gelaten: